Wetgeving versus normering
Wetgeving versus normering
28 oktober 2019 
4 min. leestijd

Wetgeving versus normering

Introductie

In het algemeen is er onvoldoende kennis waar het bouwbesluit ophoud, en de normeringen beginnen. Dat zien we niet alleen in de verlichtingswereld, het probleem is veel breder en wordt ook in andere markten herkend. De wirwar aan regels, tegenstrijdigheden en commerciële belangen winnen het van gezond verstand. Waarbij ik in dit artikel de term “gezond verstand” kan koppelen aan diverse kapstokartikelen die in de wet geregeld zijn. Daarover straks meer.

De basis.

Een situatie die ik veilig vindt, kan een ander totaal anders opvatten. Het begrip veiligheid, wat wel of niet mag en verplichtingen zijn in Nederland bij wet geregeld. De wetgeving is daarin niet specifiek genoeg en kent aanvullingen. Het bouwbesluit is een aanvulling op de wet. Dat maakt het bouwbesluit een verplichting. Zo zijn ook de Arbo wet en het activiteitenbesluit uit de milieuwetgeving een aanvulling op de wet en daarmee verplicht om uitgevoerd te worden.

Bij normeringen spreken we altijd over de NEN, het Nederlands Normalisatie Instituut die in wereldwijd verband met de ISO de standaard is in normeringen. De normeringen zijn een aanvulling op de wetgeving, en geen verplichting. Op één uitzondering na. Als de wet, of een aanvulling op de wet, verwijst naar de normering. Zo wordt in het bouwbesluit verwezen naar de héle NEN1010. Dat maakt deze normering in het geheel een wet en dus een verplichting. Hetzelfde bouwbesluit verwijst naar een deel van de NEN1891 voor noodverlichting. Alleen dit deel van de norm is dan een verplichting, en gaat in dit specifieke geval over de kleur, afmeting en contrastratio van de vluchtroute verlichting. De rest van de norm is een advies en geen verplichting.

Gemaakt door commerciële bedrijven.

Zowel de overheid als de NEN hebben onvoldoende kennis om wetgeving zelf te maken. Daarom wordt er advies gewonnen bij commerciële bedrijven, die meedenken en meebeslissen over welke zaken opgenomen worden in de normeringen. Zo is algemeen bekend dat Philips meewerkt aan de eisen die we in de NEN:12464 stellen aan verlichting. Keurt de slager zijn eigen vlees? Zeker. Is dat erg? Mijn mening is van niet, zolang men in het achterhoofd meeneemt dat er een commercieel belang is. Het is wél erg wanneer bedrijven de norm als wetgeving gaan zien. Ik heb meerdere cases bij de hand gehad waarbij de investering fors hoger zou zijn, dan wanneer er volgens de wetgeving geadviseerd zou zijn. De opdrachtgever vraagt om een advies conform wetgeving, krijgt advies conform normering.

Praktijkcase.

Voor een logistieke complex met vijf brandcompartimenten van ieder 10.000 m2 wordt mij gevraagd om advies voor de noodverlichting. Noodverlichting is verlichting welke bij spanningsuitval door middel van een batterij licht geeft. De klant wil voldoen aan het bouwbesluit, en niet meer dan dat. Ik ben de derde partij die daar iets van mag vinden. Het pand heeft een licht industriefunctie, in het bouwbesluit is dan te lezen dat er geen verplichting is voor noodverlichting. Het vreemde is dat de bedrijven die mij voor zijn gegaan hebben gezegd dat dit wel verplicht is. Met de klant heb ik samen de wetgeving doorgelopen, en dat is minder spannend dan het klinkt, om de conclusie te trekken dat het inderdaad niet verplicht is.


Hoe zat het met die kapstok?

In het begin van dit artikel noemde ik de term kapstokartikelen. Samengevat: alles wat een ander kwaad of pijn doet is verboden en kan onder verschillende kapstokartikelen worden beboet. Zo is er artikel 5 in de wegenverkeerswet: Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd. Op de motor een wheelie maken op een afgelegen industrieterrein, geen probleem. Op de dam in Amsterdam, boete.

Zo is er ook een wetgeving voor het goed werkgeverschap. En dan kan het zomaar complex worden.

Terug naar de praktijkcase.

In bovenstaande case bijvoorbeeld. Het is namelijk met gezond verstand wel raadzaam om in een dusdanig grote hal noodverlichting te plaatsen, zodat men bij een ontruiming of stroomuitval veilig het pand kan verlaten. Als veilig het pand verlaten het uitgangspunt is van de noodverlichting, kunnen we dat dan ook anders invullen? Zeker. Er wordt in de hal namelijk alleen gereden met heftrucks. Die hebben zelf verlichting. Medewerkers mogen een telefoon met zaklamp bij zich dragen, en bezoekers mogen niet zonder begeleiding in de hal aanwezig zijn. Voetpaden zijn duidelijk aangegeven met belijning. Met de zaklamp en verlichting op de heftruck kunnen we dus een weg naar buiten vinden, en voldoen we aan het goed werkgeverschap.

Hoeveel licht hebben we eigenlijk nodig?

Is met bovenstaande de normering dan overbodig, commercieel en duur? Zeker niet. Het is een bijzonder handige aanvulling op de wetgeving en geeft handvatten waar we als lichtontwerpers mee kunnen werken. De wetgeving, het bouwbesluit, geeft namelijk de verplichting voor 1 lux op vloerniveau. En dat is evenveel als maanlicht. Ongeacht de functie van de werkplek is dat ten allen tijde onvoldoende om te werken.


Neem een kantoorwerkplek. De normering geeft 500lux als advies, en daar kan ik mij volledig bij aansluiten. Deze lichtsterkte is voldoende om goed, veilig en comfortabel te werken. Ben je dan strafbaar als je 300lux hebt als werkgever? Neen. Werken er voornamelijk mensen van 50 jaar of ouder? Dan is het advies om de lichtsterkte uit de normering te verdubbelen. De norm geeft een handvat om een ontwerp te maken, en de vrijheid om daar vanaf te wijken als de omstandigheden dat vragen.

Gezond verstand…

Wint het altijd. Weet dat de wetgeving vrij te vinden is op internet, zie onderstaande links. De normering is norm, tenzij de wet ernaar verwijst. Goed werkgeverschap is, als kapstokartikel, gezond boerenverstand en geeft mogelijkheden om een verplichting creatief in te vullen. Daar is de praktijkcase een voorbeeld van. Niet het middel, noodverlichting, maar het doel moet centraal staan. In dit geval het veilig ontruimen van een pand.

Link bouwbesluit: https://www.bouwbesluitonline.nl/ 

Link Arbo: https://wetten.overheid.nl/BWBR0010346/2019-01-01 

Over de schrijver
Harm is de oprichter van Sterk in Led en staat vanaf het begin aan het roer. Inmiddels werken we met 10 fulltime medewerkers om de mooiste verlichtingsprojecten in de industrie en logistiek te realiseren.